dinsdag 27 mei 2008

Budapest: Historische opnames tram trolley en bus

maandag 26 mei 2008

Nederland: Historische opnames tram

Frankrijk: Historische opnames tram



Een prachtige serie historische opnames van trams in verschillende Franse steden.

BRUSSELS TRAM EXPO '58



Diverse trams rondom de EXPO in 1958 in Brussel. De meeste trams uit deze 50 jaar oude opnames rijden inmiddels alleen nog in het museum rond. Van de PCC cars (4assers) zijn er echter nog een aantal dagelijks in dienst!!!

zaterdag 24 mei 2008

Den Oudsten: 1963-1975


Legerbussen en radiowagens
1961-1963

De productie

Grillige productielijnen

De jubilerende carrosserie fabriek heeft na de tweede wereldoorlog duidelijk moeite gehad om het vooroorlogse aandeel in de productie van autobussen te heroveren. Pas tussen 1965 en 1970 lukte het die vooroorlogse productie te evenaren. Daarbij moet wel worden aangetekend, dat het aantal carrosserieen niet volledig maatgevend is. Het aantal vervoersplaatsen zou een meer reele vergelijking bieden. Die cijfers zijn echter niet of nauwelijks beschikbaar.



De kolossen. zoals die de laatste jaren worden gebouwd, met een capaciteit van 60-100 te vervoeren personen, zijn natuurlijk niet te vergelijken met de kleine busjes uit de eerste 'Den Oudsten'-jaren. Lijnbussen en touringcars uit de laatste vooroorlogse jaren werden wel beduidend groter, maar bleven in passagierscapaciteit toch duidelijk achter bij de moderne lijnbussen. Bij het maximum van 150 carrosserieen in 1939 moeten we ook een fiks aantal (Van Gend en Loos-) vrachtwagens rekenen. Afgezien van deze - overigens niet te verontachtzamen - details en andere verschilpunten, die een vergelijking moeilijk maken, komen we tot de volgende aantallen:

Productie:

1926 - 5 carrosserieen per jaar
1930 - 40
1939 - 110
1945 - geen productie
1950 - 70
1955 - 90
1960 - 100
1965 - 120
1970 - 150
1975 - 300

Export naar Israel van een aantal bussen voor Sightseeing in de jaren 1959-1960.

Stadsbussen voor Eindhoven (1964)

Speciale caravantourbus N.B.M. (1967)

Eerste bus order voor de standaardbus van de vervoers- bedrijven van de grote steden in 1968 (10 voor Amsterdam,
10 voor Den Haag, 10 voor Rotterdam en 10 voor Utrecht).

Tourbussen voor de N.S. (1969)

Het Den Oudsten-model (1975)

Interieurs stadsbus (links) Lijnbus (rechts) in (1975)

De ontwikkeling in aantallen

Werd in 1926 de eerste bus door Den Oudsten afgeleverd aan de firma Brokking en Verhoef, in het voorjaar 1935, dus nog geen tien jaar later, volgde reeds de 500ste. Toen vervaardigd in de in 1933 gebouwde nieuwe fabriek. Het was een lijnbus voor A.H. Hardon te Deventer (thans Salland). Daarna ging het sneller. Drieenhalf jaar later, in het voorjaar 1939 volgde de duizendste bus, gebouwd voor de T.O.D. In de oorlogsjaren werd als laatste nieuwbouworder in 1942 nummer 1572 genoteerd. Na de oorlog werd gestart met bouwnummer 1573. Mede doordat er veel reparatiewerk was en ander werk werd aanvaard, liet het volgende duizendtal vrij lang op zich wachten. Maar in 1953 was het dan toch zover: 2000. De 3000ste carrosserie was een in 1962 afgeleverd legervoertuig. De 4000ste een Leylandbus uit een N.S.-order, de Flevodienst, die op 23 januari 1968 gereed kwam. De 5000ste een trolleybus (nummer 168) voor de gemeente Arnhem, afgeleverd op 17 april 1974. De 1000ste bus voor de 'N.S.-dochters' werd reeds elders gemeld. In het kader van de bedrijfspolitiek (systeembouw) en de concentraties, die zich inmiddels in de vaderlandse autobuswereld hebben voorgedaan, is die laatste 1000ste voor de ontwikkeling in de toekomst misschien nog wel belangrijker dan de 5000ste in totaliteit. En het allerbelangrijkste? Dat Den Oudsten doorgaat met de bouw van een eigentijdse, op een efficient en langdurig gebruik gerichte bus. Met toepassing van moderne uitgekiende productiemethoden.

donderdag 22 mei 2008

Den Oudsten: 1945-1962

Het was een harde strijd.


In verband met het aanvullen van het totaal geplunderde autobussenpark na de oorlog was het aantal bedrijven dat zich met serieproductie bezig hield vrij groot. Dit waren onder meer: De Schelde, Beijnes, Allan, Aviolanda, Werkspoor, Verheul, Jongerius, Rozet, De Groot, Konig, Hainje vele anderen en Den Oudsten.

Een van de eerste na-oorlogse, bestemd voor Europa-Express


Oude en goede relaties

Het is natuurlijk onmogelijk om alle relaties en afnemers van Den Oudsten te noemen. Verreweg de grootste orders zijn nu eenmaal in de laatste jaren geboekt voor de dochterondernemingen van de Spoorwegen. Maar de relatie met Van Gog - Rotterdam mag er best even worden uitgelicht. Die mag toch wel gelden als een voorbeeld van een zeer trouwe klant. Reeds in 1928 werd door deze heren de eerste Den Oudsten en Domburg-carrosserie besteld, geplaatst op een De Dion Bouton chassis. Tot aan het uitbreken van de oorlog volgden nog enkele tientallen bussen, meestal op De Dion Bouton- of Volvo-chassis.
Na de oorlog ging men gewoon door. Van 1946 tot 1963, het jaar waarin de Gebroeders Van Gog hun bedrijf verkochten aan West-Nederland werden er vrijwel elk jaar opdrachten voor nieuwbouw geplaatst. In de planning kon Den Oudsten daarom gewoon rekening houden met een Van Gog-opdracht. In de naoorlogse jaren werden in het nu jubilerende bedrijf in totaal 81 bussen voor Van Gog gecarrosseerd, op twee na alle op Volvo-chassis.

Een Volvo voor Tensen 1949

Austin voor Hendriks (1952)


Tussen 1955 en 1965 werden 70 bussen voor de stadsdienst in Paramaribo afgeleverd

Een eerste serie voor Amsterdam, 25 stuks in (1958)

Een serie van 100 in (1962)

Den Oudsten: 1938-1940


Een bijzondere bus

Goede relatie met N.S.


Reeds in de vooroorlogse jaren was er dus sprake van een goede relatie met de Nederlandse Spoorwegen en haar dochterondernemingen.
Maar ook de andere namen duiken steeds weer op. Zo mogen we de NAD, v.h. TOD wel zien als een zeer goede relatie. Zelfs een voorbeeld van een ondernemer, die nooit anders autobussen liet bouwen dan bij Den Oudsten. De aflevering van de 1000e nieuwbouwcarrosserie, afgeleverd in het voorjaar van 1939, werd terecht een heel feest.
De vier cijfers werken bereikt nog geen drie jaar nadat de vijfhonderdste carrosserie was afgeleverd. Duidelijk bewijs van de enorme ontwikkeling in deze vooroorlogse jaren is nauwelijks denkbaar.
Steeds weer vond Den Oudsten nieuwe en betere productiemethoden uit. De machines daarvoor werden bijna allen door hemzelf ontwikkeld. Anderen bouwden er op voort. Hij had gouden handen! En hij bleef zo ook gebruiken!

De eerste frontbussen voor WACO.




Gasdolly

De oorlog

Dat de orderstroom in 1940 ophield, is een duidelijke zaak. Het bedrijf moest zo langzamerhand worden omgeschakeld op geheel ander werk. Maar men bleef de autobussen trouw. Heel wat bussen kwamen de fabriek binnen om te worden voorzien van gasgenerator-installatie. Ze werden aan de bus gebouwd of op een speciaal aanhangwagentje, een zogenaamde gasdolly. Ook werd zo lang mogelijk allerlei reparatiewerk uitgevoerd. Zoals overal elders gingen de oorlogsjaren met onoplosbare problemen gepaard. Gebrek aan materialen, vordering van fabrieksruimte, eerst door de Nederlandse en daarna door de Duitse militairen.

Vele merken

Wilt u een kijkje in de gevarieerdheid van gebruikte merken autobuschassis?

1935
-NAD, v/h TOD: 17 autobussen op G.M.C.-chassis;
-ATO (Spoorwegen/van Gend en Loos): 10 Citroens
1936
-EDS: 10 Mercedez-Benz;
-ATO; 16 Mercedes-Benz: 12 Bedfords.
1937
-EDS: 6 Bussing-NAG en 4 International;
-GEBRU: 29 Bedfords.
1938
-ATO: 25 Mercedes-Benz;
-EDS: 15 en GEBRU 41 Opels (de grootste order van autobuscarrossieen van voor 1957).
1939
-ATO: 10 Mercedes-Benz en 10 Chevrolets;
-EDS: 10 Chevrolets:
-GDS: idem;
-GOTM:11 Mercedez autobussen.
-Daarnaast bestede de ATO/Van Gend en Loos 34 vrachtwagens.
1940
-NTM: 16 Chevrolets; ATO/Van Gend en Loos: 10 carrosserieen op Saurer buschassis; -50 paardewagens en 18 Ford-vrachtwagens.

Den Oudsten: 1932-1937



Dienst- en Tourbus voor de T.O.D. (1935)







Belangrijke mijlpaal: de 500ste!


De aflevering van de 500ste bus in het voorjaar 1935, nog geen tien jaar na de oprichtin, was een belangrijk moment voor het jonge en snel gegroeide bedrijf.
Best een plaatje - met alle medewerkers er bij - waard!
Geheel rechts de heer Den Oudsten, natuurlijk net als zijn mensen, in overall. Tweede van links, voorste rij (met bolhoed en ook in overall) de heer Domburg.
De bus was voor A.H. Hardon in Deventer, een tourbus op een Mercedes Benz-chassis. Hardon is momenteel de N.V. Salland, ook een dochteronderneming van de N.S.

Bedford dienstbus voor Brummelkamp (1936)








Vrachtwagens voor de A.T.O.;
dus toen al een goede relatie met N.S. (1937)

Den Oudsten: 1926-1932

Lijnen naar 'oost en west'

Woerden was ook in de dertiger jaren al een knooppunt(je) van rail- en bus verbindingen.
Ze waren nog klein, de bussen van Den Oudsten in die jaren maakte, maar ze zwermden ook toen reeds letterlijk naar 'oost' en 'west' uit...!
Naar de Putkop, naar Rietveld, naar Bodegraven!...


Doelbewust en uitgekiend

Langzaamaan, maar zeer doelbewust en haarfijn uitgedokterd was er in de fabriek een volledig toegeruste autogene las- en snijinrichting gerealiseerd. De plaatwerkerij kreeg steeds meer aandacht en plaatsruimte. De linnen kappen werden vervangen door stalen, kortom het jonge bedrijf maakte een eerste evolutie door en legde de pijlers waarop nu nog steeds wordt voortgebouwd. Ook het blad 'De Bedrijfauto' van de Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland wijdde begin 1931 een zeer lovend artikel aan de carrosseriefabriek Den Oudsten en Domburg. Zinnen als '75 man personeel bouwen 100 bussen per jaar'; 'Licht en toch sterk'; 'Een voorbeeld van wat noeste vlijt en kijk op wat gevraagd wordt to stand kunnen brengen', spreken voor zichzelf.

Van de Ende (1927)








Den Oudstensten (links) met z'n eerste knechts (1927)








De Holland-Express voor Oorbeek (1930)








'Veeldeurig' voor gebr. Van Soest (1931)









Reiswagen voor Langhout (1933)

Den Oudsten: De start in 1926

De stichter van het bedrijf M. den Oudsten.

Zo begon het......!

Twee redenen moeten er toe hebben geleid, dan Den Oudsten eind 1925 - als jubileumdatum is de eerste ontvangen Hinderwetvergunning op 11 januari 1926 aangehouden - een eigen carrosseriebedrijf(je) begon. De eerste was zijn karakter! Plus de wil om eigen baas te worden, zoals dat in zijn handeldrijvende familie ook het gaval was. Volgens oudste dochter Jo woonden haar vader en moeder reeds in het 'onverklaarbaar bewoonde' huisje aan de Utrechtsestraatweg toen Den Oudsten nog op het Kerkplein bij Van den Wijngaard werkte.
Conclusie: hij moet al het oog hebben gehad op de oude paardestal van de familie Geerssen (bekend geslacht in dit genre) toen hij nog niet eist hoe een begin te maken.
De tweede aanleiding was het gesprek in de wagenmakerij op het Kerkplein. Precies het kleine duwtje dat Rien den Oudsten nog nodig had.

De eerste opdracht

Het verhaal gaat, dat hij op het Woerdense Kerkplein de gebroeders Jan en Wip Verhoef tegen het lijf liep. Ze waren op weg om bij Van den Wijngaard twee nieuwe bussen te bestellen. 'Als ik die bussen mag maken lever ik ze beter en vierhonderd gulden per stuk goedkoper!', moet Den Oudsten hebben gezegd.
En hij kreeg de opdracht! Mogelijk is de geschiedenis iets minder romantisch en is later ietwat gekleurd door senior aan zijn junioren oververteld.
Maar de kern was waar! De gebroeders Verhoef waren neefs van mevrouw Den Oudsten.
Door hun relatei met Van den Wijngaard wisten zij bovendien van het vakmanschap van Rien. En daarom vertrouwden zij hem de bouw van twee bussen, nodig voor een nieuw te openen lijntje, toe. Den Oudsten kreeg het voor elkaar een deel van de oude paardeschuur bij z'n woning te huren. Dat is de huidige garage Rietveld aan de Utrechtsestraatweg.

Wel d'r in niet d'r uit....!

Er mochten nog weinig machines zijn, de bouw van de eerste autobus, die in het voorjaar 1926 gereed kwam, leverde voor Den Oudsten geen probleem op. Des te meer de aflevering! De materialen en het chassis wasen zonder moeite door de staldeur naar binnen gebracht. Maar toen het resultaat van enkele maanden dag en nacht zwoegen blinkend en wel in de kleine werkplaats gereed stond, kon het niet naar buiten. Eerst moest er een groot gat in de muur boven en naast de verwijderde deur worden gehakt. De hoge dubbele deuren, op de foto van de eerste werkplaats zichtbaar, zijn daarom pas na de aflevering van de allereerste bus aangebracht..!

woensdag 21 mei 2008

Glasgow Underground


The Glasgow Subway is an underground metro line in Glasgow, Scotland, United Kingdom. Opened on 14 December 1896, it is the third-oldest subway system in the world after the London Underground and the Budapest Metro. Formerly a cable railway, the Subway was later electrified, but its twin circular lines were never expanded. Originally known as the Glasgow District Subway, the system was renamed the Glasgow Underground in 1936. Despite this rebranding, many Glaswegians resolutely continued to refer to the network as "the Subway". In 2003 the name Subway was officially readopted by its operator, the Strathclyde Partnership for Transport (SPT). It remains one of only two underground metro-type systems in the UK outside London, the other being the Tyne and Wear Metro. A £40,000 study examining the feasibility of an expansion into the city’s south side is in progress.

Touringcar rolt water Hoge der A in

zaterdag 17 mei 2008

De Daf-Den Oudsten B7900 bestaat nog



Als dienstwagen voor Dordt in stoom werd deze opmerkelijk bus gebruikt, de ex 7900. Deze bus werd als prototype gebouwd voor een nieuw type streekbus aan het einde van de jaren 70. De bus kreeg als typenaam B7900. Uiteindelijk werd de B7900 als streekbus te duur bevonden, met als resultaat dat het oude type streekbus nog zo'n 10 jaar werd door gebouwd. Als stadsbus werd de bus aan Arnhem geleverd (trolley en diesel uitvoering). Ook werden een aantal midibussen gebouwd voor verschillende streekvervoer bedrijven

Autobussen bij Dordt in Stoom

Alle RTM bussen hadden een naam van een beest of een bloem, een traditie afkosmtig uit het tramtijdperk. De RTM 38 kreeg als naam Wasbeer. De RTM had een schilder in dienst die de naam en een bijbehorende afbeelding keurig op de bus schilderde.

Zoals gebruikelijk verzorgde de Stichting Veteraan Autobussen weer de pendeldienst tussen het station en het centrum tijdens Dordt in Stoom. Met een hoge frequentie kwamen de bejaarde autobussen voorbij.


Twee oude statsbussen in actie: links de GVU 134 (Utrecht) en rechts de BBA 549

De WSM 4697 behoord tot een grote serie Leyland-Werkspoor bussen die einde jaren 50 en begin jaren 60 op de weg kwamen. De parabolische voorruit zorgde ervoor dat de TL lampen van de interieur verlichting niet de voorruit konden reflecteren. Werkspoor had patent op dit ontwerp. De Zuid Ooster 6778 is een DAF-Den Oudsten. Deze busjes werden begin jaren 60 aangeschaft voor de lichtere lijntje, hoewel je over de route America-California v.v. uiteraard niet te gering mag denken!!

maandag 12 mei 2008

Schynige Platte Bahn

The Schynige Platte Bahn climbs 1420 metres over a distance of 7.255 km on its journey from Wilderswil up to Schynige Platte, famous as one of the best vantage points in the whole region.
An impressively varied natural landscape unfolds before you on your journey: fertile forests, Alpine pastures and breathtaking views of the beautiful Bernese Oberland with Lakes Thun and Brienz.
On the first part of the trip, the scene is dominated by the Alpine lowland landscape: mountain pastures, forests and lakes. Then comes a dramatic change of scenery: an almost overwhelming view of the glistening giants of the Bernese Oberland! Directly opposite - the imposing peaks of the Eiger, Mönch & Jungfrau. Have your cameras ready as you leave the tunnel (5.6km.)!

The Schynige Platte Bahn was opened on 14 June 1893 and electrified in 1914. Many of its carriages and locomotives first saw service on the Wengernalp Railway.

The nostalgic Schynige Platte Bahn is an authentic part of Jungfrau Railways history.